FCI Rasstandaard (Vertaald)
Algeheel beeld:
Stevig gebouwd, krachtig, beweeglijk, met een groot uithoudingsvermogen. Lang in verhouding tot de hoogte, het lichaam eindigend in een vossenstaart, die in het verlengde van het lichaam is aangezet.
Algemene kenmerken:
Levendig, actief en intelligent, evenwichtig, niet schuw of agressief.
Hoofd en schedel:
Hoofd vosachtig in vorm en verschijning, schedel breed en vlak tussen de oren, toelopend naar de ogen, waarboven zij een weinig gewelfd is. Matige stop. De lengte van de snuit verhoudt zich tot die van de schedel als 3 : 5.
De snuit loopt een weinig toe naar de neus, welke iets uitsteekt en geenszins stop mag zijn.
Droge onderkaak, die krachtig moet zijn zonder vooruit te steken. Neus zwart.
Ogen:
Middelmatig groot, helder met een vriendelijke, levendige, maar waakzame expressie. Vrij wijd uiteen staan met duidelijke aftekening van de hoeken. de ogen zijn bij voorkeur donker of passend bij de haarkleur, oogranden donker. Eén of twee lichtblauwe ogen, blauwe of blauwgevlekte ogen alleen toegestaan bij Blue merles.
Oren:
Rechtop, vrij groot in verhouding tot de maat van de hond. Licht gerond aan de top, matig breed aan de basis en ongeveer 8 cm. ( 3½ inch. ) uit elkaar. Zo gedragen, dat de toppen iets liggen buiten de rechte lijn, getrokken van de punt van de neus door het midden van de ogen; goed naar achteren geplaatst, zodat zij plat in de nek gelegd kunnen worden
Gebit:
Sterke kaken met een schaargebit, d.w.z dat de boventanden vlak over de ondertanden
heen sluiten en recht in de kaak geplaatst zijn.
Hals:
Gespierd, goed ontwikkeld, passend bij de bouw van de hond, overgaand in goede gehoekte schouders.
Voorhand:
Schouders goed geplaatst met een hoeking van ca. 90 graden op de bovenarm; gespierd, ellebogen goed aangesloten. Stevig bot tot aan de voeten. Korte benen, maar het lichaam goed vrij van de grond; bovenarm licht gebogen om goed rond de borst te passen. Voeten iets naar buiten gedraaid.
Lichaam:
Borst matig breed met een vooruitstekend borstbeen. Lichaam behoorlijk lang en sterk, met een diepe borstkas, goed gewelfde ribben en een duidelijke aangegeven taille. De bovenbelijning is recht.
Achterhand:
Sterk, goed gehoekt en voorzien van gespierde boven – en onderdijen. Stevig bot tot aan de voeten, korte benen. In stand moeten de hielen verticaal staan, zowel van opzij als van achteren gezien.
Voeten:
Rond, gesloten, tamelijk groot en voorzien van goede kussens. Alle hubertusklauwen moeten verwijderd zijn
Gangwerk:
Vrij en vlot, de ellebogen goed aangesloten, noch los noch gebonden. De voorbenen moeten goed naar voren worden gebracht, zonder teveel te worden opgelicht en in harmonie met de voortstuwende beweging van de achterhand.
Staart:
Als een vossenstaart, aangezet in het verlengde van het lichaam en matig lang ( de grond wel of nauwelijks rakend ). In stand laag gedragen, maar mag bij het gaan iets boven de ruglijn worden geheven, doch niet over de rug worden gekruld
Beharing:
Kort of middellang van een harde structuur. Weerbestendig met een goede ondervacht.
Bij voorkeur recht.
Kleur:
Toegelaten kleuren zijn blue merle, brindle, rood, sable, tricolour met brindle points en tricolour met red points.
Al het bovenstaande, met of zonder de typische witte aftekeningen op het hoofd, de nek, de borst, onder de buik, benen en voeten, witte staartpunt. Wit moet niet overheersen op het lichaam of het hoofd waar het nooit de ogen moet omringen. Neus en oogranden moet zwart zijn. Lever en verdunde kleuren hoogst ongewenst.
Maten en gewicht:
Bij voorkeur 30 cm. schofthoogte ( bij de schouder gemeten ). Gewicht in verhouding tot de maat,
met als eerste vereiste een algemene harmonie.
Fouten:
Iedere afwijking van hetgeen in de standaard wordt gesteld moet als een fout worden beschouwd en de wijze waarop de fout wordt aangerekend moet nauwkeurig worden afgemeten aan de mate waarin de fout aanwezig is en zijn effect op de gezondheid en welzijn van de hond en tot zijn vermogen tot het uitvoeren van het traditionele werk.
Diskwalificerende Fouten:
– Agressieve of schuwe honden
– Iedere hond die duidelijke lichamelijke of gedragsmatige abnormaliteiten vertoont dient te worden gediskwalificeerd.
N.B.
Reuen moeten twee kennelijk normale testikels hebben die volledig in het scrotum zijn ingedaald.
Alleen functionele en klinische gezonden honden, met rastypische exterieur, zouden voor de fokkerij gebruikt worden.
Klik hier voor de officiële Engelstalige standaard.